Nieuws

Reclamebureau discrimineert een sollicitante op grond van chronische ziekte

Een vrouw solliciteert voor een stageplek bij een reclamebureau. De vrouw lijdt aan het Ehler-Danlos syndroom. Dit is een erfelijke bindweefselafwijking. Wegens haar chronische ziekte verzoekt de vrouw aan de eigenaar van het reclamebureau om extra rustmomenten en afwisseling van werkzaamheden. Het reclamebureau komt tot de conclusie dat de vrouw geen stage zou kunnen lopen bij het bureau vanwege de zwaarte van de werkzaamheden en de drukke agenda, die geen ruimte zou bieden voor rustpauzes.

De vraag was dan ook of het reclamebureau een verboden onderscheid heeft gemaakt op grond van handicap of chronische ziekte. Het reclamebureau mag de vrouw afwijzen als zij vanwege haar chronische ziekte niet in staat is om de taken, die behoren tot de functie, uit te kunnen voeren. Echter, geldt hierbij een belangrijke voorwaarde: het reclamebureau is verplicht te onderzoeken of de ongeschiktheid kan worden weggenomen door een doelgerichte aanpassing te treffen voor de sollicitante.

Krachtens de Wet gelijke behandeling mag een werkgever geen onderscheid maken op grond van handicap of chronische ziekte bij het aangaan van een arbeidsverhouding, dit omvat mede een stage. Het vermoeden van het reclamebureau dat de sollicitante niet in staat zou zijn de vereiste werkzaamheden uit te voeren wegens haar ziekte, levert in beginsel dus geen verboden onderscheid op. Echter, het reclamebureau heeft naar het oordeel van het College voor de Rechten van de Mens onvoldoende onderzoek uitgevoerd naar doeltreffende aanpassingen om de beperkingen als gevolg van de handicap of chronische ziekte weg te nemen. De eigenaar van het reclamebureau kon bijvoorbeeld in gesprek gaan met de sollicitante over eventuele vervangende werkzaamheden, of ten aanzien van rustpauzes gedurende de stage. Het reclamebureau kon niet aannemelijk maken dat de aanpassingen die zij voor de sollicitante zouden moeten treffen onredelijk bezwarend zouden zijn. Het College voor de Rechten van de Mens oordeelt dan ook dat het reclamebureau verboden onderscheid heeft gemaakt op grond van handicap of chronische ziekte.

Coronaboetes mogelijk niet langer op strafblad

Coronaboetes mogelijk niet langer op strafblad

In de toekomst leiden coronaboetes waarschijnlijk niet meer tot een aantekening op het strafblad. Daarnaast gaat de hoogte van de coronaboetes mogelijk ook omlaag. Minister Grapperhaus gaat de mogelijkheden hiervan bekijken.

De coronaboete heeft gevolgen voor je strafblad. De algemene regel luidt: wie een overtreding begaat waarop een boete staat van meer dan 100 euro krijgt een aantekening in zijn of haar justitieel dossier, in de volksmond dus een strafblad. De coronaboetes voor meerderjarigen bedragen 390 euro. In de Tweede Kamer is geen enkele partij er (gelukkig) mee eens dat meerderjarigen een strafblad krijgen door een coronaboete. De Kamer stemde vorige week unaniem voor een motie die oproept tot het schrappen van deze regel.

Een van de mogelijkheden is kijken of de boete verlaagd kan worden tot onder de 100 euro. Er volgt dan geen aantekening. Daarnaast is er voorgesteld om de aantekening tijdelijk te maken. Wel wil het kabinet de mogelijkheid behouden om overtreders die met opzet zich niet aan de coronaregels houden, alsnog een aantekening te geven.

Gevaar door het boerkaverbod

Op 1 augustus 2019 iets meer dan een jaar geleden werd de wet Gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding van kracht. Een kledingstuk dat valt onder gezichtsbedekkende kleding is de boerka. Dit boerkaverbod werd veertien jaar geleden door Geert Wilders op de agenda gezet. Volgens Wilders zou het dragen van een boerka de integratie van islamistische vrouwen belemmeren. Een jaar later blijkt echter dat het boerkaverbod niet leidt tot de integratie van vrouwen, maar tot iets heel anders: islamofobie.

Sinds het intreden van de wet is het verboden om met gezichtsbedekkende kleding een openbare ruimte te betreden. Dit betekent dat in het onderwijs, het openbaar vervoer, de zorg en overheidsgebouwen geen boerka gedragen mag worden. Wanneer dit toch gedaan wordt, zal er een boete van 150 euro worden opgelegd.Door dit verbod zal beter te zien zijn wie er zich in een openbare ruimte bevindt, waardoor het verblijf in openbare ruimten veiliger wordt.

Helaas voelen de vrouwen zich door dit verbod niet meer veilig. Moslimvrouwen met en zonder gezichtssluier zijn sinds het ingaan van het boerkaverbod vaker het doelwit van verbale en fysieke islamofobe aanvallen. Omdat er bij veel mensen (zowel bij politie als burgers) nog onduidelijkheid heerst over de inhoud van het verbod, worden vrouwen nu aangevallen op plekken waar het boerkaverbod niet geldt. Dit blijkt allemaal uit het onderzoek van Stichting Meld Islamofobie. Volgens de stichting heeft de wet ernstige problemen gecreëerd die er voorheen nog niet waren. De wet is volgens de stichting dan ook een voorbeeld van symboolpolitiek met verstrekkende gevolgen voor moslima’s die een gezichtssluier dragen.